“Wil je met me mee om de Pacific te zien?” Met deze vraag verleidde Jaap mij om me te verdiepen in het leven op een zeilboot en om de vraag te beantwoorden of ik in was voor een avontuur. Als twintiger is Jaap de wereld rond gelift op zeilboten en de Pacific heeft destijds veel indruk gemaakt. Ook in Frans Polynesië zijn er een aantal atollen in de Tuamotus die hij graag opnieuw wil bezoeken. Hoe zou het leven er nu zijn, 25 jaar later? Jaap heeft het al maanden over Katiu, een atol dat ook tegenwoordig niet veel wordt bezocht door zeilboten En natuurlijk het populaire Fakarava, waar in de pas zwemmen met de haaien een hoogtepunt moet zijn. Maar ook de plek is waar ze destijds op het rif gelopen zijn, omdat er wat mis ging met de GPS. Dat was een andere tijd, waarin je nog voer op kaarten die makkelijk 5 mijl afweken, de GPS ultra-modern was en digitale kaarten überhaupt nog niet bestonden.
Op zoek naar Kontiki
Maar na het verlaten van de Markiezen is onze eerste bestemming in de Tuamotus Raroia. Het atol waar de Kontiki, na een reis van 101 dagen op 7 augustus 1947, op het rif klapt. Thor Heyerdahl wilde met deze expeditie aantonen dat het met een primitief vlot mogelijk was om van Peru naar Polynesië te varen door gebruik te maken van de Humboldt current en de tradewind. Hij bouwt daarvoor een vlot van natuurlijke materialen en hijst op 28 april 1947 het zeil in Peru.
In voorbereiding op ons bezoek aan het monument op Raroia kijken we nogmaals de film over de Kontiki en haar beroemde reis. En hoewel een monument gewoon een monument is, is het toch heel bijzonder om op de motu te staan waar naar zeggen de Kontiki op het rif is gevaren.
Raroia als bestemming
Raroia is sowieso een prachtige bestemming. We liggen ruim een week aan de noord-oostzijde van de atol rustig achter ons anker. Wat zijn deze beschermde atollen toch anders dan de vaak open ankerbaaien van de Markiezen, waar de boot af en toe alle kanten op ging. Het voelt bijna alsof we op de kant staan, maar onze Eastern Stream ligt toch echt achter haar anker. Heerlijk en rustgevend!
Iets minder fijn is dat ik zo slim ben geweest om met mijn vinger wat uit de staafmixer te pulken, wanneer ik per ongeluk op de power knop druk. Dikke snijwonden zijn het resultaat, maar gelukkig zit de vinger er nog helemaal aan. We besluiten niet te hechten en plakken alles met zwaluwstaarten weer aan elkaar. Daarna in het verband en in de mitella. Dit bepaalt ons ritme aan boord behoorlijk. We ondernemen minder en voor mij gaat alles net even iets minder gemakkelijk. Wat doe je toch veel met je handen en armen. Zwemmen is sowieso een aantal weken niet aan de orde. De wonden moeten eerst dicht, voordat ik mijn vinger weer in zout water steek. Dus wandelen we wat op de motu’s, ondernemen dinghy tochtjes door de atol, BBQ-en met de buurtboten en kijken de nodige films. Tja keukenongelukjes, het maakt niet uit waar je bent, ze gebeuren overal.
Zeilen in de Tuamotus
Nadat de bevoorradingsboot Raroia heeft aangedaan en we nog wat verse spulletjes hebben kunnen aanvullen is het tijd om te vertrekken. Er komt ander weer aan en we willen voor die tijd in Katiu zijn, wat een dikke honderd mijl verderop ligt. We vertrekken zo vroeg als mogelijk is door de pas van Raroia, want varen in de Tuamotus is plannen. Natuurlijk, het is altijd fijn om met daglicht aan te komen op een nieuwe bestemming. Maar hier in de Tuamotus moet je ook nog rekening houden met het getij en de stroming in de pas. Te vroeg of te laat zijn kan betekenen dat je moet wachten op het volgende tij. Of dat korte en steile golven en veel stroming voor een ongemakkelijke passage zorgen. Dit laatste is niet echt comfortabel en in sommige gevallen ook niet veilig.
Maar de omstandigheden maken dat we perfect op tijd aankomen bij de pas van Katiu. Midden in de smalle pas is de kade voor de bevoorradingsboot en de plek waar Jaap lang geleden heeft gelegen. Ook nu besluiten we eerst bij het dorp te gaan liggen. Niet alleen om te bezoeken, maar zeker ook om wat kennis op te doen over de pas. En dat blijkt geen verkeerde keuze. Alleen twee uur voor hoogwater tot ongeveer hoog water stroomt het water maar langzaam door het tweede, smalle en door koraal omgeven gedeelte van de pas. Dat betekent praktisch dat we twee uur per dag door dit deel van de pas kunnen.
Terug in Katiu
Maar eerst liggen we prima bij het dorp. We wennen er heel snel aan dat de dinghy aan dek kan blijven liggen en we zo aan de kant stappen. De mensen in het dorp zijn allervriendelijkst. De kade is de plek waar mensen heen gaan om te vissen of even samen te komen en altijd komen ze even een praatje met ons maken. Jaap heeft zijn moeder gevraagd wat oude foto’s op te zoeken en deze naar ons op te sturen. Dat verhaal gaat snel door het dorp en een aantal mensen komt speciaal naar de boot om de foto’s te bekijken. Maru, De man waarmee Jaap altijd ging vissen woont tegenwoordig helaas in Tahiti. Maar de mensen vinden het erg bijzonder dat Jaap zo veel jaren later terug komt naar hun eiland.
Aru woont in het huis tegenover de kade en gaat bijna dagelijks vissen in zijn kano. Bijna net zo vaak komt hij ons wat vis brengen voor de lunch of het diner. Gelukkig zit onze vriezer vol met verse tonijn en kunnen we hem ook weer wat terug geven. Verandering van spijs voor hem en zijn vrouw, want nog altijd komt hier maar een keer per maand een bevoorradingsboot.
De vissen die ze vangen zijn klein en dat merkt Jaap ook wanneer hij met de neef van Aru gaat vissen in de pas. “25 jaar geleden hadden we in tien minuten genoeg Groupers gevangen om te kunnen eten” vertelt ie. “Maar ik heb nu helemaal geen groupers gezien. Volgens mij hebben ze die allemaal opgevist.” Het is een treurige constatering.
Deze keer wel door de pas
Gelukkig voelt het eiland verder nog net zo als destijds. “De mensen waren toen ook al zo” zegt Jaap. “Ze delen alles met je en zijn trotse eilandbewoners.” We wandelen dagelijks een rondje door het dorp en wanneer we uitgekeken zijn gaan we met slack tij door het tweede deel van de pas de atol in. Iets wat Jaap destijds niet heeft gedaan.
We hebben begrepen dat de plek waar we naartoe willen door de inwoners het strand wordt genoemd. Bij aankomst snappen we ook waarom. We kijken uit over helder blauw water met vele koraal-bommies. Water wat langzaam overgaat in een voor de Tuamotus erg breed strand, her en der een oude hut en veel palmbomen. De motu’s zijn erg bebost, waardoor de wandelingen zich beperken tot dit strand. Maar we neuzen in de huisjes, die af en toe nog worden gebruikt voor de Copra en zoeken kokosnoten voor chips en kokosmelk.
Wanneer na bijna een week het weer weer kalmer wordt besluiten we terug te gaan naar de pas. Vlakbij de pas hoor ik geschreeuw, wanneer ik om me heen kijk zie ik Aru in zijn kano op het rif. Hij staat zo ongeveer in zijn kano om ons uit te zwaaien en is dan ook hoogst verbaasd dat we niet vertrekken, maar weer aan de kade gaan liggen. “Oké” zegt ie wanneer hij terug komt van het vissen. “De meeste zeilers komen niet aan de kade en jullie komen niet een keer, maar twee keer terug naar ons dorp. Tot jullie vertrek zijn jullie mijn familie!”
We voelen ons vereerd, maar moeten hem ook een beetje remmen, want als we niet oppassen deelt hij alles met ons. Wanneer ik bijvoorbeeld vraag wie de eigenaren zijn van een bepaalt leegstaand huis, omdat ik wil vragen of ik wat Pandemus mag plukken, vertrekt ie om vijf minuten later terug te komen met hele bossen Pandemus. “Bij familie uit de tuin gehaald” is zijn nuchtere antwoord. “Dat is toch een stuk makkelijker?” Ik voel me vereerd, maar wat moet ik met hele bossen Pandemus, die eigenlijk ook nog te jong zijn om mee te weven? Ach het maakt ook niet uit, ik snij de bladeren los en gooi de wortels overboord. Met dit geschenk ga ik gewoon kijken wat mogelijk is.
De volgende middag verwennen we Aru en zijn vrouw met vers brood, vis en zaden voor in hun tuin. Met een t-shirt van Katiu, wat we moeten beloven te dragen op de andere eilanden, vertrekken we weer terug naar de boot, gooien de trossen los en vertrekken naar de volgende bestemming. Uitgezwaaid door Aru en een aantal van zijn buren. Wat weer een onvergetelijke ervaring!
Minke je hebt een mooi zwart jurkje aan, staat je heel goed. Fijne ontmoetingen met zéér vriendelijke lieve bewoners, zal zéér beslist te maken hebben met hoe jullie als vreemde reizigers de eilanders benaderen.
De reisverslagen van Reinhilde en Frits du Bois op de Bella Ciao (die vanuit Maleisië nu via het Suez kanaal op weg naar Turkije zijn) treffen ook overwegend fijne lieve behulpzame mensen, wat een giga verschil met de mopperaars hier!
De foto’s die zijn wederom magnifiek, wat een pracht aan blauw water gebieden daar ga je echt blij van worden om dit alles te zien.
Wat een mooie belevenissen weer! Jammer van je ongelukje en hopen op snelle genezing.
Ons caravannetje mag bijna van stal en ook in Nederland is het mooi (sprak zij lichtelijk jaloers:)
Alweer een prachtig verslag Minke!
Behouden vaart en ……………Blijf gezond!
Leuk om weer wat te horen
Wat schrijf je toch ontzettend beeldend
Wij zijn van plan in juli 4 weken weer naar de camping in Frankrijk te gaan
Zijn dan allebei gevaccineerd.
In augustus gaan we nog 3 weken naar de familie in de usa
Blijf gezond en jij minke beterschap met je vinger
Riet en rob
Fantastisch ❤️?
Wat fijn om een beetje mee te reizen, op jullie bijzondere levensreis, leafs
Wat een geweldige belevenissen! Onderweg brei en vlecht je. Dat zal nu even niet gaan met de gewonde hand.
Beterschap en geniet verder van alle ontmoetingen met bijzondere mensen. Ik zie uit naar het volgende verslag, dank daarvoor
Wat onwijs gaaf dat Jaap na al die jaren weer terug is gegaan en zo leuk om alles te lezen. Minke succes met het herstel van je hand, klinkt pijnlijk. Warme groet Ilse
Bedankt voor jullie mooie verhaal en foto,s. Graag tot de volgende keer
Wat weer prachtige verhalen en wat een belevenis voor Jaap om daar na 25 jaar weer terug te komen en nu dan samen ,bedankt voor de mooie verhalen blijf gezond en heel veel beterschap voor jou Minke met je hand. Zie uit naar jullie volgende belevenissen
Dankjewel, Minke, mooi gedocumenteerd verhaal. Polynesië oostelijk van Tahiti was ik niet, Max wel en was destijds vooral enthousiast over het welkom komende van de Galapagos na 21 dagen non stop solozeilen. Wat heerlijk en warm is het daar, en de mensen zijn allervriendelijkst. Het is echt zalig om te lezen op deze regenachtige zondagochtend. Beterschap met je hand! Wat een naar ongeluk!
Groetjes,
Ineke
Beste mensen,
Dank voor het goede en mooie verslag – kan ook alleen maar als je’t goed naar je zin hebt, lijkt me.
Dus: Houe zo!
Wens jullie blue skies en smooth seas en een behouden vaart.
Groet. Herman
Het is weer genieten van jullie mooie ontdekkingen en belevenissen.zoals de mooie opnames.Leuk er zoveel lieve en vriendelijke mensen te ontmoeten.Ik wens he beterschap met je hand en wens jullie een verdere goede reis.grietjes Marie
Ik ken jullie niet, maar ik geniet wel enorm van de verhalen en mooie foto’s. Hoe kun je met pandemus weven, wat maak je er dan van?
Met vriendelijke groet,
Sylvia
Hoi Sylvia,
Leuk dat je een bericht stuurt. Hier in Frans Polynesië maken ze vanalles van pandenus. Van manden en matten, tot tassen. Palmbladeren worden hier ook voor gebruikt, maar bijvoorbeeld ook voor de decoratie en afdichting van huizen. Denk aan een buitenkeuken die dan muren heeft van gewoven palm.
Ik ben een beginner en maak kleine mandjes en armbanden momenteel.
Groeten Minke
Wat weer een schitterend verhaal Minke. Sterkte met je hand. Je ziet maar weer, de meeste ongelukken gebeuren in huis (schip) hè?
Groetjes ook van Bertus
Weer een pracht verhaal. Ik vraag mezelf af of je de mandjes, die je maakt van de Pandanus candelabrum bladeren, ook als stoommandje kunt gebruiken. Heb jij enig idee Minke?