De twaalfde dag op de oceaan, en het gaat op rolletjes. Rollende golven. Ze blijven ons heen en weer gooien. Hoge rollers met schuimende koppen raken de kont, tillen hem op en laten het schip weer van zich af surfen. Soms is het ook wat rustiger, en als dat precies rond borreltijd is zijn we blij. Het is een van de vaste punten in de dag geworden, waarop we met zijn vieren samen zitten in de halfoverdekte stuurhut. De voorpret begint al in de loop van de middag, als we ons verkneukelen op welke versnaperingen we gaan nemen, en of deze wel goed koud zijn gezet. Of er genoeg ijs is gemaakt in de plastic zakjes die naast de ingevroren moten dorade hard worden zodat ze straks onze glazen doen rinkelen. We hopen ook tonijn te gaan vangen. Die sprongen olijke gaten in de lucht eergisteren. Waarom ze nu de vliegvissen na gaan doen? Om ze te vangen? Of zijn ze ook lekker aan het spelen misschien, net als de dolfijnen?
En als we daar dan zo zitten rond vijven, met zijn vieren, met onze glazen, knoflooksausje bij de stukjes brood (als er iets over is van het ochtendbrood)bespreken we van alles. Misstanden in de wereld, over de geschiedenis van Suriname en de politieke ontwikkelingen daar, wat zullen we gaan aantreffen? En over de aardbevingen in Groningen en hoe het komt dat Groen Links zich zo stil houdt in ons stadje? Als waren deze ‘stoere zeilers’ een stelletje salonsocialisten, zo in de beschutting van de stuurhut in de kussens op de teakhouten banken. Salonzeilers dan toch in ieder geval, soms ook gezeten in de zitzakken op het achterdek, het ene na het andere boek uitlezend. Of tijdens de wachten in de nacht naar de vallende sterren starend in de zitzak op de vlonders in de kuip, ook goed te doen.
We eten vurrukkelijk, elke avond is een feest. En elke ochtend ook, als de broden in de oven het hele schip doen geuren. De een na de ander komt dan met een nog wat verkreukeld hoofd uit zijn kooi om de wachtloper en broodbakker te komen vergezellen, en de eerste zonnestralen de zee weer doen glinsteren.
We hebben het goed.
Ook al krijgen we ook het heen en weer van de rollende zee. Hoe komt het toch dat de glooiende oceaandeining uitblijft? Het lijkt soms wel een soort uitvergrote Noordzee, met stukken kruiszeetjes die doen lijken alsof we tussen eilanden doorzeilen met een stevige wind. Komt het doordat er elders een stormpje woedt? Volgens de weerberichten niet. Is het omdat de bodem van de oceaan een berglandschap is, en we net over pieken van 3000 meter heenzeilen? Is er een kudde walvissen druk aan het doen onder ons? Ontmoeten verschillende stroomgebieden elkaar net daar waar wij zeilen? We weten het niet. We komen een paar keer per dag in zo’n woelig gebied terecht waar ze op de kermis blij van zouden worden, zo worden we heen en weer gesmeten van voor naar achter, van links naar rechts. We proberen het nog eens met het grootzeil erbij, in plaats van de ‘Schmetterling’, of toch maar de bezaan als steunzeil? Nee, helpt niet. We proberen de kleine fok op het voordek tussen de twee grote fokken die als vleugels van een vlinder naar beide kanten uit staan, de kleine fok strak in het midden. We komen toch steeds weer uit op de twee grote fokken naast elkaar die ons naar Suriname sleuren met een knoop of 6 gemiddeld op dit moment.
Nog 450 mijlen te gaan. Jaap denkt de weddenschap te gaan winnen, en in de avond van de 27ste te gaan aankomen. Fridaynight, dan kunnen we gaan dansen in Paramaribo. Dat dansen zou nog wel eens tegen wil en dank kunnen gaan, landziek als we wellicht zullen zijn na dit gehobbel. Hoe zullen die parbobiertjes smaken? Aankomen op de 28ste in de ochtend, en dan even uitslingeren op de rivier is ook een goede optie :-), mijn gooi. Of krijgen we nog een winkwak en gaat Rienk het winnen, die voor de 29ste ging? We gaan het mee maken.
Naschrift: Terwijl ik dit aan het schrijven ben breekt Flip zijn arm. Flip, onze stuurautomaat! Nu moeten we alsnog aan het werk en zelf gaan sturen. Damn! Misschien lukt het Jaap Flip te spalken, en kan hij nog iets voor ons betekenen. De wachten moeten worden omgegooid. Met zijn vieren zitten met een glas, zit er dan ook niet meer in voorlopig.
Annemarieke
0 Comments