Al lange tijd praten en discussiëren we over de volgende bestemming van onze reis. Eigenlijk weten we het al. Maar het voelt raar om zomaar een land over te slaan en de Pacifische eilanden achter ons te laten. Die grote Pacific waarmee Jaap mij heeft verleid om mee te gaan op deze reis. Ik hoor het in gedachten nog steeds: “De volgende keer dat we gaan zeilen laat ik je de Pacific zien.” Ik had werkelijk geen idee waar ie het over had. Nu, al die jaren later varen we om Papua Nieuw Guinea richting een nieuw land en een nieuw continent, Azië.
Wind en stroming
Het weervenster lijkt er een uit het boekje. Maar niets is zo veranderlijk als het weer. Ik geloof dat alleen de laatste dag voldeed aan de voorspelling. Geen zuchtje wind… Wat maakt dat we de motor starten voor de laatste mijlen naar Biak. Verder is er vaak een lichte wind, die van alle kanten komt die niet in de voorspelling staan. Jaap bestudeerd dagelijks de stroomkaarten om telkens zoveel mogelijk knopen stroom mee te hebben. Deze stroming maakt dat we met minder wind toch best wat voortgang houden. Het is uiteindelijk een heerlijk rustige zeiltocht, met prachtige zonsondergangen en zonsopkomsten. Maar ook een oversteek waar we weer echt wachtlopen en je niet in slaap kan sukkelen. Het is hier een stuk drukker met scheepvaart en daarmee is het ook heel duidelijk dat we op weg zijn naar een ander gebied.
Aankomen in Biak
Zondagmorgen komen we vroeg in de morgen aan in Biak. We ankeren in de haven voor de stad en ik geniet van alles wat er om ons heen gebeurd. Prachtige kleurige houten vissersboten liggen aan de kade en kleine bootjes varen af en aan. Aan de rand van het water staan allerlei kleine houten huisjes op palen. De moskeeën roepen regelmatig op voor gebed. Het is goed om dit even te bekijken vanaf de boot, want na twee weken op zee is dit ook gewoon weer even wennen.
Maandag gaan de officials weer aan het werk en kunnen we inklaren. Iets waar ik een beetje huiverig voor ben. Op zee kregen we een mail van onze vrienden van de Rhapsody, dat zij alleen konden inklaren via een (prijzige) agent. Iets wat lange tijd regel was in Indonesië, maar tegenwoordig niet meer nodig is. Toch staat Indonesië bekent om ingewikkelde regelgeving en vooral ook corrupte ambtenaren. In Biak is inklaren gelukkig een eitje.
Ons grootste struikelpunt is dat het gebouw van immigratie inmiddels een grote een bouwput is en ze tijdelijk op een andere locatie zitten. Het kost even wat tijd kost om uit te vinden waar dat is, maar we worden ondertussen werkelijk in de watten gelegd. Koffie bij de douane en ijs bij Immigratie. Na de paar weken op zee voelt vooral dat ijsje als een heel grote traktatie.
Wie is de toeristische attractie?
Na het inklaren verhuizen we naar een iets betere ankerplek Net buiten de stad, maar op een prima fietsafstand. De vouwfietsen krijgen dan ook een vaste plek op de wal en we genieten van de vrijheid die het ons geeft. We doorkruizen de hele stad. Het is zo’n andere wereld. Werkelijk overal zijn mensen en wij lijken wel een soort bezienswaardigheid. Toeristen zijn ze hier niet gewend. Mister! Mister! Hello! wordt ons vaak toegeroepen. Eerst denk ik nog dat ze specifiek Jaap willen groeten. Maar ook ik wordt hier vaak aangesproken als mister. Dus zwaai ik vriendelijk terug en roep Pagi, Siang, Sore of Malam. Oftewel het hele arsenaal van goedemorgen tot goedenavond.
Veel mensen vragen waar we vandaan komen en wanneer we ‘Belanda’ zeggen vinden ze dit prachtig. Soms start er dan zelfs een gesprek in het Nederlands. “Mijn moeder was lerares en zij heeft ons de Nederlandse taal geleerd.” Vertelt een man ons voor de supermarkt. We hebben vervolgens een prachtig gesprek. De Nederlanders zijn veel langer in Papua geweest dan in andere delen van Indonesië. Veel mensen hebben familie in Nederland wonen en vertellen dat het ook goed was. Dat de Nederlanders hebben gezorgd voor een infrastructuur met bijvoorbeeld wegen en scholen. Toch kijk ik een beetje met gemixte gevoelens naar onze aanwezigheid hier destijds.
Nirmala
Dat we Nirmala Beach and Dive Resort als onsze thuisbasis hebben maakt dat we een heel mooi inkijkje krijgen in het Indonesische leven. Niet alleen is het park van het resort voor iedereen toegankelijk en komen we veel mensen tegen. Vooral Yulia is erg actief in de gemeenschap en neemt me vaak mee op sleeptouw. We worden daardoor bijvoorbeeld uitgenodigd om de rechtbank te bezoeken, waar we een rondleiding krijgen en ze ons het oude wetboek laten zien dat nog altijd in elke rechtbank aanwezig dient te zijn. Een wetboek in oud Nederlands. Ik sla een willekeurige bladzijde open en lees ze voor. Het blijkt de immigratiewet te zijn ten behoeve van de immigratie van Nederlanders en andere buitenlanders. Hoe toepasselijk met wat op dit moment speelt in Nederland. Al vertel ik dat er maar niet bij.
We blijven langer dan gepland
We blijven uiteindelijk zes weken in Biak. Veel langer dan gepland. Twee van deze zes weken zijn we volkomen geveld door onze eerste Covid infectie. Voor de meesten een normaal griepje tegenwoordig, maar bij ons hakt ie er aardig in. Verder stappen we vol in het lokale leven. Eten bij allerlei straattentjes en kleine warungs. We huren een week een scooter, gaan zo ongeveer het hele eiland rond.
De eerste scooterdag is een beleving op zich, want kun je normaal in elk dorp wel tanken, op zondag is dat een ander verhaal. Wanneer we Biak bijna uitrijden besluiten we dat we bij het volgende tankhuisje een fles benzine in onze tanks te gooien. Maar dit huisje laat lang op zich wachten, heel erg lang. Zelfs Jaap kijkt op een gegeven moment een beetje zenuwachtig op zijn tankmeter. Onze benzinetank heeft het dieptepunt wel bereikt en rond vragen zorgt niet voor een vollere tank. Veel mensen hebben simpelweg de voorraad al verkocht, of werken niet op zondag. Uiteindelijk helpt een man ons in een klein dorpje door aan te kloppen bij een huis en te vragen of de dame des huizes nog een paar flessen benzine heeft staan. Dit heeft ze gelukkig en we kunnen onze bijna lege tanks bijvullen. Als dank moeten we vooral even met iedereen op de foto om het moment vast te leggen. Op de foto is iets wat ze heel graag doen en af en toe vraag ik me af of dit nou voelt hoe een celebrity zich af en toe voelt. Ik geloof niet dat ik zo vaak door iemand anders op de foto ben gezet. Maar we zien de lol er wel van in en toveren steeds weer een grote lach op ons gezicht
Onze toeristische attracties
We bezoeken een waterval, een bluelake midden in de jungle, een grot om in te zwemmen, de markt in Bosnik en de vogeltuin om de lokale vogelsoorten te kunnen bekijken. Maar we genieten vooral van het simpelweg rondrijden en rondkijken. De scooters maken dat we veel van het eiland zien. We nemen dan ook regelmatig kleine wegen en bezoeken afgelegen dorpen. Het is grappig dat je eigenlijk niet betaald voor deze attracties midden in de natuur, maar dat je betaald voor het parkeren van je brommer of scooter.
In Biak neemt Steve ons regelmatig mee op sleeptouw. Hij is de kapitein van een van de SAR schepen in dit gebied en laat ons verschillende Indonesische gerechten proeven in de stad. Bij ons aan boord vallen de aardappelwedges met zelfgemaakte mayonaise goed in de smaak. Steve en Angga zijn dan ook regelmatig bij ons aan boord om te eten.
Engelse les
Yulia, de eigenaresse van het resort waar we liggen, neemt me mee naar een school aan de andere kant van het eiland waar zij start als tijdelijke lerares Engels. Engels wordt hier minimaal gesproken en Engelse leraren, die ook werkelijk Engels kunnen spreken, zijn maar heel moeilijk te vinden. De reden dat zij vrijwillig les gaat geven. Ik mag mee. Van de directrice krijgen we het lesboek voor de middelbare school. Maar wanneer we een beetje doorvragen blijkt dat de kinderen nog nooit Engelse les hebben gehad op school. Dat boek kan dus snel de kast weer in en we beginnen deze les met een simpele conversatie om te vertellen wie je bent en waar je vandaan komt. Dus terwijl de kinderen het Engels oefenen, oefen ik Bahasa Indonesia.
Lees hier het artikel wat erover in de krant van Biak stond
We zijn er inmiddels zo lang dat we besluiten te blijven voor de Sail Teluk Cenderiwashi. Een zeilersfestival om het toerisme in de regio te promoten. Het festival is best leuk, maar we hebben vooral een leuke tijd met de andere zeilboten. Tijdens het festival zie ik nog een keer de schoolklas tijdens de Sail-In. De sail in valt een beetje in het water, maar deze kinderen staan vrolijk te zingen en te wuiven op de steiger van het resort. Hierna doen ze een clean-up en ruimen al het rondslingerende plastic op. Plastic is een groot probleem hier. Het slingert werkelijk overal en er wordt heel veel overbodig plastic gebruikt.
In de middag doen de zeilers een clean up in het water en verzamelen in hun duikspullen plastic van de bodem van de baai. Ik kan niet duiken vanwege een oorontsteking, maar Jaap ziet dat echt de hele baai vol ligt met plastic. Ze hebben maar een fractie kunnen opruimen. We sluiten de dag af met een BBQ in het resort local style. Bananen bladeren op tafel, al het eten erop en met de handen eten. Het is voor ons een mooi afscheid van Biak. We doen in een dag nog snel alle boodschappen en dan is het echt tijd om te vertrekken. Op naar Raja Ampat om te duiken en te snorkelen.
0 reacties