Klapband in de jungle

By Minke

10 juni 2024

Yes! We zijn terug in Vanuatu! Het was een bewuste keuze om terug te gaan. Niet alleen baalden we stiekem best wel dat we vorig zeilseizoen de keuze hebben gemaakt Tanna over te slaan. We willen ook heel graag naar het land duiken op Pentecost, ook wel Nagol genoemd.

Omdat we vanuit de Solomons komen moeten we vroeg in het seizoen terug zeilen. Voordat de heersende wind gaat waaien en we 600 mijlen tegen de wind in moeten. Het beste zeilvenster was eigenlijk direct na onze terugkomst uit Europa. Dit was te kort dag en we hadden nog wat klussen te klaren.

Maar een rechtstreekse tocht naar Vanuatu werd met het missen van dit venster wel wat lastiger. Daarom kiezen we ervoor om eerst binnen de Solomon eilanden een heel stuk west te varen, naar Nendo. Vanaf daar kunnen we op een korter venster de oversteek maken naar Sola in Vanuatu.

Eastern Stream voor anker in Sola, Vanuatu

Aankomen in Sola

Ons gele quarantaine vlaggetje hangt netjes in het wand en met het laatste daglicht kruipen we zo ver mogelijk de baai van Sola in. Hoe verder de baai in, hoe minder last we hebben van de swell die net om het hoekje komt. We laten ons anker vallen en drinken een welverdiend aankomstdrankje. De wind was, zoals meestal, anders dan voorspelt en we hebben toch nog heel veel aan de wind moeten varen om koers te houden.

Vroeg in de morgen schrikken we bijna van de marifoon. Jason, de douanebeamte, vraagt of we naar de kant willen komen om in te klaren. Dat lijkt ons een prima plan. Even de benen strekken en dan gelijk de papierwinkel in orde maken. We blijken de eerste boot te zijn die dit jaar Sola aandoen. Logisch, want maar weinig boten varen ‘terug’ naar Vanuatu. Alle boten die wij kennen zijn inmiddels op weg naar Indonesië. Verder in  het zuiden is het risico voor cyclonen nog te groot om nu al vanuit Nieuw Zeeland naar Vanauatu te varen.

Kavabar in Sola, Vanuatu

Puzzelen

Weer technisch is het nog even puzzelen om te besluiten hoe we verder richting het zuiden willen hoppen. Een laag, dat zich lijkt te vormen, zou ons richting Luganville dwingen om te schuilen voor de wind. Wij willen zelf het liefste via de buiteneilanden richting Port Vila varen. Daar zijn we nog niet geweest, maar de ankerplekken bieden onvoldoende beschutting voor een eventuele storm. We kijken de weersontwikkelingen een paar dagen aan en besluiten toch te gaan voor de buiteneilanden. Via Maewo en Ambea gaan we naar Port Vila.

Naone Waterval

Eilandleven

Maewo is een prachtig groen eiland en staat bekend om de vele watervallen en stroompjes. Op het eiland wordt veel Water Taro verbouwd en zijn er speciale zoetwater garnalen kwekerijen. We verkennen het eiland te voet en lopen de vijf kilometer richting het dorp Naone. Lekker wandelen, met in ons achterhoofd de waterval van Naone. Het moet de meest imposante waterval van Vanuatu zijn. Tenminste dat zegt het internet. Wanneer we aankomen in het dorp kopen we wat crackers in de dorpswinkel. Zoals vaker zijn we iets onvoorbereid op pad gegaan en hebben we onze lunch vergeten.

Na de lunch vragen we of het mogelijk is de waterval te bezoeken. De chief van het dorp wijst ons drie begeleiders toe en na het betalen van de toegangsfee lopen we terug naar de rivier, om vlak voor de doorgang een klein en onopvallend paadje op te gaan. Langzaam kruipen we omhoog, terwijl de jongens ons wijzen op de tuinen en wat er zoal groeit. En dan opeens voel ik de nevel op mijn huid en wanneer ik voor me kijk zie ik overal water naar beneden komen. Deze waterval loopt werkelijk van links naar rechts en van hoog naar laag. Het is immens!

Water Taro op Maewo, Vanuatu

Zwemmen in eilandstijl

Zwemkleding hebben we niet bij ons, maar dat hoeft ook niet want we zwemmen local style. Oftewel gewoon in de kleren die we op dat moment aanhebben. Vrouwen zwemmen hier sowieso niet in badkleding, dus het is helemaal prima zo. Ons natte pak zal droogt hier snel.

Jaap gaat met de jongens de waterval op om te kijken, met mijn hoogtevrees blijf ik liever veilig beneden. Al wil ik straks nog wel even afkoelen in het heerlijke frisse water. Vanaf bepaalde plekken kun je vanaf de waterval naar beneden springen, maar dat ziet er ontzettend hoog uit. Jaap vind dat geloof ik ook, want hij heeft een paar weigeringen voordat hij uiteindelijk naar beneden springt. Wat een spong!

We zwemmen heerlijk in de snel stromende rivier, wanneer een van de jongens vraagt of ik toch niet even op het eerste en lage stukje wil kijken, want daar heb je toch echt weer een heel andere blik op de waterval. En zo lopen we uiteindelijk met zijn allen naar de nadere kant van de rivier. Het blijkt heel stroef te zijn waar je loopt en voordat ik het in de gaten heb sta ik halverwege de waterval op de plek waar ze eerder naar beneden zijn gesprongen.

Eén blik achterom maakt mijn keuze heel gemakkelijk. Het wordt springen, want naar beneden lopen ga ik niet. Een van de jongens springt eerst om me te laten zien waar ik moet springen en dan is het mijn beurt. “Niet nadenken, gewoon doen” spreek ik met mezelf af. Een weigering maakt waarschijnlijk dat de hoogtevrees het overneemt en dan ga ik nergens meer heen. Dus tel ik in mezelf tot drie, neem een aanloop en spring! Ik ben nog zo overdonderd van mezelf dat ik na een paar seconden onderwater me pas realiseer dat ik wel weer naar boven moet zwemmen. Met een grote smile op mijn gezicht kom ik weer boven water. Dit was echt een toffe ervaring in een prachtig stukje natuur!

Klaar om te springen van de Naone Waterfall

Vrijdag marktdag

We krijgen meerdere keren te horen dat er op vrijdag een markt is in Betarara. Als we mee willen met de auto moeten we om een uurtje of zes klaarstaan op de kant. De weg ziet er redelijk uit. Een landweg, met af en toe de nodige stenen en bulten, maar volgens ons goed genoeg om de vouwfietsen weer eens onder het bed vandaan te halen. Het is ongeveer 15 kilometer fietsen naar de markt. Alleen bij de rivieren en stroompjes is de weg verhard met beton en ontstaat er een soort onderwaterbrug. Vaak maar met een paar centimeter water, waar je zo doorheen fietst.

Maar bij Naone, de rivier van de waterval, schuivel je met je fiets op je schouders heel voorzichtig door het snelstromende water. Ik heb geluk, want wanneer we in de ochtend aankomen bij de waterval gaat een man uit het dorp net oversteken. Hij biedt aan mijn fiets mee te nemen naar de overkant, zodat ik alleen voor mezelf hoef te zorgen. Op de terugweg til ik zelf mijn fietst naar de overkant en blijkt het best eigenlijk mee te vallen.

Betarara ligt centraal op het eiland en elke vrijdag komen dames van het hele eiland hier naartoe om hun waar te verkopen. Van groenten en fruit, tot eten en zelfgemaakte jam en kokosnoot olie. De markt is tegenover het gebouw van de nationale bank en op vrijdag krijgen de meeste mensen hun loon, wat ze hier kunnen ophalen. Een strategische keuze dus om de markt hier te houden. Het is een drukte van belang rond de markt en voor ons een hele belevenis. We genieten van de praatjes en van de verse spullen op de markt. Kopen een lunch en de nodige groenten en beginnen voldaan weer aan de terugreis.

Met de fiets de rivier oversteken
Natuurlijke verpakkingsmaterialen op de markt van Betarara
Markt in Betarara
Op de vouwfiets naar de markt

Klapband in de jungle

De fietstocht is prachtig. We fietsen langs verschillende dorpen en gemeenschappen, met traditionele huizen en tuinen. Een auto komt ons voorbij en we moeten stoppen om samen met hen een paar pompelmoezen te eten. Wat een heerlijke traktatie is. Daarna staan ze erop om ons boven over de berg af te zetten, zodat we niet omhoog hoeven te klauteren met onze fietsen. Nee, is geen optie. Dus gaan de fietsen samen met ons achterin de truck en worden we netjes op het hoogste punt afgezet. We roetsjen naar beneden en met nog zo’n tien kilometer te gaan voel ik opeens een rare hobbel in mijn fiets. Ik stop om te kijken wat er is en zie nog net mijn binnenband door een gat in de buitenband naar buiten pulpen voordat de band met een oorverdovende knal uit elkaar klapt. Een klapband, midden in de jungle…

We kijken elkaar geschrokken aan. Dit is nog wel ver van de boot om met de fiets aan de hand te wandelen… We zijn vlak bij een paar huisjes langs de kant van de weg, maar er is niemand thuis. Tussen het afval vinden we een oude rijstzak en in de hut waar ze koken een scherp mes om deze zak op maat te snijden. Het is een heel gedoe, want de meegenomen -spik-splinter-nieuwe reserveband- blijkt lek te zijn bij het ventiel. Die kunnen we niet gebruiken. Gelukkig vinden we nog een hele rare grote plakker in ons reparatie setje, waarmee we uiteindelijk de geklapte binnenband weer redelijk aan elkaar kunnen plakken. Jaap snijdt een stuk uit de rijstzak om in de buitenband te stoppen en we pompen een klein beetje lucht in de band. Zo raak ik net niet met het wiel de grond wanneer ik fiets. Dan is het een soort van op hoop van zegen. Elke kilometer naar de boot is er eentje en hoeven we minder te lopen.

De laatste tien kilometer fietsen we dan ook gehaast door, waarbij ik alle oneffenheden in de weg probeer te omzeilen om het wiel en de fiets zoveel mogelijk te ontzien. Ik hoop maar dat ik het haal tot aan Naone. Vanaf daar is het nog vijf kilometer en alweer een stuk dichterbij. Wonder boven wonder houdt de fietsband het tot aan de boot. Wij zijn weer een heel avontuur verder en hadden ondanks de klapband toch een heel bijzondere dag.

Klapband in de jungle
Reparatie van de klapband - jungle style

0 reacties