Het is herfst en dat is te merken. De ene dag is schijnt de zon uitbundig en is de lucht strak blauw. De andere dag is er regen en wind. Bij mooi weer is het uitzicht spectaculair. Nu we het Canal Magdalena zijn overgestoken varen we weer richting het vaste land en dus in de richting van de Andes. Heuvels worden bergen. Waar bomen worden afgewisseld met rotsen en heel soms een waterval. Af en toe piept er tussen de bergen een besneeuwde bergtop uit. Ik vind het imponerend.
Via het Canal Jacaf en het Canal Puyuhuapi willen we richting Chacabuco varen. We varen daarmee eigenlijk helemaal om Isla Magdalena heen. Onze eerste nacht liggen we in een kleine baai met een wit zandstrandje en een reusachtige waterval. In de baai twee grote plastic moorings. We besluiten aan beide te gaan liggen. Mocht het dan gaan waaien liggen we goed stevig en we hebben een hekel aan het getik van de mooring tegen de boot. Een leuke gedachte, maar echt werken doet het niet. De ene mooring ligt als een huis. Maar als we wat power op de andere zetten slepen we deze de hele baai mee door. Niet stevig genoeg. Dan aan één mooring, wat uiteindelijk natuurlijk ook prima gaat.
We blijven hier een dag liggen. Jaap neemt de dappere taak op zich om nog een keer onder de boot te duiken om alle aangroei te verwijderen. Sinds we in de haven van Cartagena, Colombia hebben gelegen hebben we van tijd tot tijd een dikke baard onder de boot hangen. Niet echt handig voor de weerstand door het water.
Het water is 11 graden en Jaap hijst zich in zijn dikste duikpak. Ik blijf buiten op de boot om hem in de gaten te houden. Onderkoeling zal volgens hem wel meevallen, ik ben daar iets minder zeker van. Je weet maar nooit hoe je lichaam reageert. Maar het gaat hartstikke goed en de boot is weer redelijk geschoren.
In de middag roeien we naar de waterval, met in de dinghy alle duikspullen. Kunnen we die gelijk even schoonspoelen. Daarna verkennen we het strand en vinden we een pad dat door het bos en langs de waterval omhoog gaat. We klauteren over mos en dikke boomstronken. Langs bamboe en bomen met prachtige kaneelbruine stammen. De geur is alsof je door een bos wandelt waar het net heeft geregend. Vochtig en fris tegelijk.
Als het pad echt stijl omhoog gaat zijn er trappetjes gebouwd of is er een reling langs de kant van het pad waar je je wat aan op kan trekken. Alles is gemaakt van materiaal uit het bos en ik vind het indrukwekkend. Een pad omhoog waar je heel regelmatig niet kan lopen. En toch heeft men er e.e.a. gebouwd, zodat we omhoog kunnen klauteren.
We horen het water langs denderen en af en toe loopt het pad zo dicht langs de waterval dat we een mooi zicht op het water hebben. Helemaal boven is er een klein uitzichtpunt, waar we een prachtig uitzicht hebben over het Canal Jacaf. Daar gaan we morgen varen.
Als het maar een beetje kan proberen we te zeilen. We kruizen dan ook langzaam het kanaal omhoog. Op weg naar onze eerste ankerplek, welke zo klein is dat je er achteruit in moet varen en met lijnen naar de kant vastligt. Gelukkig neemt de wind af en kunnen we eens goed oefenen met het uitvaren van de lijnen naar de kant. Oftewel Jaap houdt de boot op zijn plaats en ik roei met de lijnen in het bijbootje naar de kant. Knoop ze in dit geval vast aan een dikke lijn die de vissers hier hebben opgehangen om niet elke keer door de bosjes naar een boom te hoeven klauteren. Maar dan nog is het best een gedoe. Doordat de lijn vanaf de boot in het water ligt en voor een gedeelte in de dinghy is het roeien nog niet zo makkelijk, ik ga alle kanten op ben ik blij dat we dit een keer met mooi weer hebben geoefend. Dan weet ik in ieder geval wat me een volgende keer te wachten staat.
De ankerplek is klein, maar heel mooi, met uitzicht op de besneeuwde top van Isla Magdalena en in het groen van het bos. Ik waan me hier af en toe alleen op de wereld. En dan is het hier nog redelijk bevolkt met Salmonera’s en een paar kleine dorpjes. Hoe gaat dat straks dan voelen als er echt niemand meer woont?
Ik kijk door de koekoek naar buiten. Het lijkt nog zo donker, maar de wekker geeft het toch echt aan. Acht uur in de morgen en dus tijd om op te staan. We willen vandaag een mijl of 25 varen, zodat we over een paar dagen beschut kunnen liggen wanneer het weer omslaat. Er is harde noorderwind voorspeld en dan kan willen we vooral ’s nachts veilig liggen. De komende baaien zijn niet zo beschut, dus willen we wat meer afstand overbruggen.
Wil jij even sturen? Dan zet ik binnen even de radar aan. Ik neem het stuurwiel van Jaap over. Om ons heen maximaal 50 meter zicht. We varen in een dikke mist. Uhh Jaap? Hoe hou ik koers? Het is de eerste keer dat we zo in de mist varen en ik heb het gevoel alsof ik rondjes aan het draaien ben. Er is niets waar ik me op kan oriënteren om de richting te bepalen. En ik heb geen idee welke kant we op gaan. Zo ga je goed!, roept Jaap van binnen. Deze koers aanhouden op het kompas. Het is een raar gevoel zo midden tussen de bergen en ondieptes te varen, zonder dat je werkelijk kunt zien waar je bent.
Ik hoor een motor, roep ik naar binnen. Jaap ziet niets op de radar, maar niet lang daarna komt er een klein speedbootje voorbij, die fungeert als ferry tussen de weinige dorpjes die hier zijn.
De hele dag blijft het mistig, maar het is prachtig. Soms trekt de lucht een klein beetje open en zien we hoge toppen om ons heen. Ook de dolfijnen laten zich zien en springen in grote getalen om de boot. Het is bijna mystiek om deze dieren in de mist uit het water te zien komen. En last but not at least spotten nog een waterval op de kaart. We gaan op zoek. Als we heel dicht langs de kust varen horen we opeens het water. Langzaam gaan we er op af en als we nog een paar meter water onder de kiel hebben leggen we de boot stil. Prachtig. Zo mistig en dan toch nog een waterval zien. Het is bijna betoverend zoals ie in de mist ligt.
Pas als we al diep in de ankerbaai van Puerto Cisnes varen trekt de mist heel, heel langzaam een klein beetje op. Alsof het heeft gewacht tot we er zijn. In de laatste mist knopen we wederom vast aan een mooring. De enige plek waar we goed kunnen liggen. Het was heel leerzaam het navigeren in de mist. Vooral omdat ons elektrisch kompas het nog steeds niet doet en we dus op het normale kompas varen. Morgen naar onze beschutte baai voor het slechte weer.
En daar liggen we nu in Caleta Amparo Grande. Het is een prachtige baai. Met als enig teken van leven een bootje aan het begin van de baai bij een Salmonera en een rode stier die we tegenkomen als we aan land rondstruinen. Een paar verlaten huisjes op de kant en verder niets. Het is ’s nachts echt donker. Zonder sterren deze keer. De wind laat het afweten, maar de regen houdt ons de hele dag binnen. We vangen met een regenzeiltje water op om onze watervoorraad aan te vullen en doen wat kleine klusjes. Jaap probeert nogmaals het kompas een de praat te krijgen en ik bereid eten voor wat in de diepvries kan. Rode koop met appeltjes. Lekker voor als we straks geen vers voedsel meer hebben.
Lieve Minke en Jaap, wat een schitterend verhaal.
Fantastisch. Mystiek!
Hi Minke,
Even een comment van een onbekende.
Als wij achteruit aan de boom parkeren neem ik juist de lijnen mee in de dinghy. Dit omdat de boot soms moeilijk op z’n plek te houden is helemaal met veel wind en ik dan wel eens gevalletje te korte lijnen had. Ik vond het ook iets prettiger roeien. Misschien iets om uit te proberen of misschien heb je dat allang gedaan aangezien de blog van mij is en het nu september is en je vast heeeel veel hebt kunnen oefenen intussen.
Leuke blog overigens.
Fair winds
Karin
Hoi Karin,
Wat leuk dat je reageert op ons blog en dat ook nog met goede tips. Wanneer zijn jullie in Chili geweest? Of was het ergens anders? Wij wisselen het inderdaad af, afhankelijk van het weer en de baai. De de ene keer neem ik de lijn mee vanaf de rol die achter op de boot staat en de andere keer heb ik een dikke lijn in de dinghy. Zelfs het op de motor varen met lijnen wordt inmiddels geoefend. Omdat ook dat met echt slecht weer nodig kan zijn. Maar het liefst roei ik gewoon…